Omgevingsvergunning

Voor de meeste schadesoorten is een omgevingsvergunning nodig om ze te mogen verstoren of doden. Deze omgevingsvergunning wordt veelal door de provincie verleend aan de Faunabeheereenheid (FBE) op basis van een faunabeheerplan. De FBE schrijft deze omgevingsvergunning in eerste instantie door naar de wildbeheereenheid (WBE) waarbinnen deze schade voorkomt of dreigt voor te gaan komen. De WBE coördineert de inzet van de omgevingsvergunning in haar werkgebied en helpt de grondgebruiker zo om schade te voorkomen. Een grondgebruiker of jachthouder kan ook buiten de WBE om een omgevingsvergunning bij de FBE aanvragen. Wel worden dan dezelfde eisen aan bijvoorbeeld de rapportage gesteld als aan de WBE’s, omdat het voor de FBE belangrijk is te weten hoe van de omgevingsvergunning gebruik is gemaakt.

Diersoorten waar een omgevingsvergunning voor is:
Amerikaanse voseekhoorn, Bever, Brandgans, Bruine Rat, Das, Edelhert, Grauwe Gans, Grijze eekhoorn, Haas, Heilige Ibis, Huiskraai, Huismuis, Indische mangoeste, Kauw, Kolgans, Konijn, Muntjak, Nijlgans, Pallas’ eekhoorn, Reewild, Roek, Rosse Stekelstaart, Siberische grondeekhoorn, Spreeuw, Treurmaina, Verwilderd Damhert, Verwilderde Duif, Verwilderde Rotsduif, Vos, Wasbeer, Wasbeerhond, Wild Zwijn, Zwarte Kraai en Zwarte Rat.